Onderdeel afdrukken
16
Ontwijken van abnormale baanomstandigheden (met inbegrip van vaste obstakels), situaties met gevaarlijke dieren, ingebedde bal
Doel van de Regel: Regel 16 beschrijft wanneer en hoe een speler een situatie zonder straf mag ontwijken door een bal van een andere plek te spelen, bijvoorbeeld wanneer hij in zijn spel wordt belemmerd door een abnormale baanomstandigheid of een situatie met gevaarlijke dieren.
  • Deze omstandigheden worden niet beschouwd als onderdeel van de uitdaging die bij het spelen van de baan hoort. Daarom is ontwijken zonder straf meestal toegestaan, behalve in een hindernis.
  • Gewoonlijk wordt de situatie ontweken door een bal te droppen in een dropzone die wordt bepaald op basis van het dichtstbijzijnde punt zonder enige belemmering.
Deze Regel beschrijft ook de te volgen procedure voor het zonder straf ontwijken van de situatie waarin de bal van de speler in zijn eigen pitchmark is ingebed in het algemene gebied.
16
Ontwijken van abnormale baanomstandigheden (met inbegrip van vaste obstakels), situaties met gevaarlijke dieren, ingebedde bal
16.1

Abnormale baanomstandigheden (met inbegrip van vaste obstakels)

Deze Regel beschrijft het zonder straf ontwijken van een belemmering door grond in bewerking, gaten gemaakt door een dier, vaste obstakels of tijdelijk water:
  • Deze omstandigheden worden gezamenlijk abnormale baanomstandigheden genoemd, maar iedere belemmering heeft zijn eigen definitie.
  • Deze Regel gaat niet over het ontwijken van losse obstakels (daarvoor geldt een andere ontwijkprocedure zonder straf volgens Regel 15.2a) of buiten-de-baanmarkeringen of integrale delen van de baan (ontwijken zonder straf is niet toegestaan).
16.1a

Wanneer ontwijken is toegestaan

(1) De betekenis van belemmering door abnormale baanomstandigheden. Er is sprake van een belemmering in elk van de volgende gevallen:
  • de bal raakt of ligt in of op een abnormale baanomstandigheid;
  • een abnormale baanomstandigheid belemmert fysiek de ruimte voor de voorgenomen stand of swing van de speler; of
  • alleen wanneer de bal op de green ligt, een abnormale baanomstandigheid op of naast de green belemmert de speellijn.
Als de abnormale baanomstandigheid zo dichtbij is dat de speler er weliswaar door wordt afgeleid, maar er niet wordt voldaan aan een van de bovengenoemde eisen, is er geen sprake van een belemmering volgens deze Regel. Zie Commissie Procedures, Hoofdstuk 8; Model Plaatselijke Regel F-6 (de Commissie kan een Plaatselijke Regel instellen op grond waarvan ontwijken zonder straf niet toegestaan is voor een abnormale baanomstandigheid die uitsluitend de ruimte voor de voorgenomen stand belemmert).
(2) Ontwijken is overal op de baan toegestaan behalve wanneer de bal in een hindernis ligt. Ontwijken van een belemmering door een abnormale baanomstandigheid volgens Regel 16.1 is uitsluitend toegestaan wanneer aan de twee volgende voorwaarden is voldaan:
  • de abnormale baanomstandigheid bevindt zich op de baan (en niet buiten de baan); en
  • de bal ligt ergens op de baan, maar niet in een hindernis (waar ontwijken alleen volgens Regel 17 is toegestaan).
(3) Ontwijken is niet toegestaan wanneer het duidelijk onredelijk is. Ontwijken volgens Regel 16.1 is niet toegestaan:
  • wanneer het spelen van de bal zoals hij ligt duidelijk onredelijk is vanwege een situatie die de speler niet zonder straf mag ontwijken (bijvoorbeeld wanneer de speler geen slag kan doen door de ligging van de bal in een struik); of
  • wanneer de belemmering alleen bestaat doordat de speler een club, stand, swing of speelrichting kiest die onder de gegeven omstandigheden duidelijk onredelijk is.
Zie Commissie Procedures, Hoofdstuk 8, Model Plaatselijke Regel F-23 (de Commissie kan een Plaatselijke Regel instellen die zonder straf ontwijken toestaat van een belemmering door tijdelijke vaste obstakels die zich op of buiten de baanbevinden).
16.1b

Ontwijkprocedure voor een bal die in het algemene gebied ligt

Als de bal van de speler in het algemene gebied ligt en er is sprake van een belemmering door een abnormale baanomstandigheid op de baan, mag de speler die belemmering zonder straf ontwijken door de oorspronkelijke bal of een andere bal te droppen in een dropzone met de volgende kenmerken (zie Regel 14.3):
  • Referentiepunt: Het dichtstbijzijnde punt zonder enige belemmering in het algemene gebied.
  • Afmeting van de dropzone gemeten vanaf het referentiepunt: Eén clublengte, maar met de volgende beperkingen:
  • Beperkingen voor de plaats van de dropzone:
    • moet in het algemene gebied zijn;
    • mag niet dichter bij de hole zijn dan het referentiepunt; en
    • de belemmering door de abnormale baanomstandigheid moet volledig worden ontweken.
16.1c

Ontwijkprocedure voor een bal die in een bunker ligt

Als de bal in een bunker ligt en sprake is van een belemmering door een abnormale baanomstandigheid op de baan, mag de speler de belemmering zonder straf ontwijken volgens (1) of met straf ontwijken volgens (2): (1) Ontwijken zonder straf: spelen vanuit de bunker. De speler mag de belemmering zonder straf ontwijken volgens Regel 16.1b, maar:
  • Het dichtstbijzijnde punt zonder enige belemmering en de dropzone moeten in de bunker zijn.
  • Als er geen dichtstbijzijnde punt zonder enige belemmering in de bunker is, mag de speler de belemmering ontwijken door als referentiepunt in de bunker het punt met de minste belemmering te nemen.

(2) Ontwijken met straf: spelen van buiten de bunker (recht naar achteren ontwijken). Met één strafslag mag de speler de oorspronkelijke bal of een andere bal (zie Regel 14.3) buiten die bunker droppen, waarbij de plek van de oorspronkelijke bal zich bevindt tussen de holeen de plek waar de bal wordt gedropt (er is geen limiet aan hoe ver naar achteren de bal mag worden gedropt). De plek op de lijn waar de bal het eerst de grond raakte toen hij werd gedropt, creëert vanaf dat punt een dropzone van één clublengte in elke richting, maar met de volgende beperkingen:
  • Beperkingen voor de plaats van de dropzone:
    • mag niet dichter bij de hole zijn dan de plek van de oorspronkelijke bal; en
    • mag in elk gebied van de baan zijn behalve in dezelfde bunker; maar
    • moet in hetzelfde gebied van de baan zijn als waar de bal het eerst de grond raakte toen hij werd gedropt.
16.1d

Ontwijkprocedure voor een bal die op de green ligt

Als de bal van de speler op de green ligt en sprake is van een belemmering door een abnormale baanomstandigheid op de baan, mag de speler die zonder straf ontwijken door zijn oorspronkelijke bal of een andere bal te plaatsen op het dichtstbijzijnde punt zonder enige belemmering. Hij dient daarbij de procedure voor terugplaatsen te gebruiken volgens Regels 14.2b(2) en 14.2e.
  • Het dichtstbijzijnde punt zonder enige belemmering moet zich op de green bevinden of in het algemene gebied.
  • Als er geen dichtstbijzijnd punt zonder enige belemmering is, mag de speler de belemmering nog steeds ontwijken door de bal te plaatsen op het punt met de minste belemmering. Dit punt moet zich op de green bevinden of in het algemene gebied.
16.1e

Ontwijkprocedure voor een bal die in of op een abnormale baanomstandigheid ligt maar niet wordt gevonden

Als de bal van een speler niet wordt gevonden en het bekend of praktisch zeker is dat de bal tot stilstand is gekomen in of op een abnormale baanomstandigheid op de baan mag de speler, in plaats van de procedure van slag en afstand toe te passen, de situatie als volgt ontwijken:
  • De speler mag de situatie ontwijken volgens Regel 16.1b, c of d. Het bij benadering vast te stellen punt op de baan waar de bal voor het laatst de grens van de abnormale baanomstandigheid heeft gekruist, wordt beschouwd als de plek van de bal voor het vaststellen van het dichtstbijzijnde punt zonder enige belemmering.
  • Zodra de speler een andere bal in het spel heeft gebracht om deze situatie te ontwijken:
    • De oorspronkelijke bal is niet langer de bal in het spel en mag niet meer worden gespeeld.
    • Dit is ook het geval als hij vervolgens op de baan wordt gevonden voordat de zoektijd van drie minuten voorbij is (zie Regel 6.3b).
Maar als het niet bekend of praktisch zeker is dat de bal in of op een abnormale baanomstandigheid tot stilstand is gekomen en de bal is verloren, moet de speler de procedure van slag en afstand toepassen volgens Regel 18.2.
16.1f

Verplicht ontwijken van een belemmering door een verboden speelzone in een abnormale baanomstandigheid

In elk van de volgende situaties mag de speler de bal niet spelen zoals hij ligt: (1) Ontwijkprocedure voor een bal in een verboden speelzone op de baan maar niet in een hindernis. Als de bal in een verboden speelzone in of op een abnormale baanomstandigheid ligt in het algemene gebied, in een bunker of op de green:
  • Verboden speelzone in het algemene gebied. De speler moet de situatie zonder straf ontwijken volgens Regel 16.1b.
  • Verboden speelzone in een bunker. De speler moet de situatie met of zonder straf ontwijken volgens Regel 16.1c(1) of (2).
  • Verboden speelzone op een green. De speler moet de situatie zonder straf ontwijken volgens Regel 16.1d.
(2) Ontwijkprocedure wanneer een verboden speelzone op de baan een belemmering vormt voor de stand of swing voor een bal ergens op de baan maar niet in een hindernis. Als de bal in het algemene gebied, in een bunker of op de green ligt maar buiten een verboden speelzone, en een verboden speelzone (ongeacht of die zone zich binnen een abnormale baanomstandigheid of in een hindernis bevindt) belemmert de speler in zijn ruimte voor zijn voorgenomen stand of swing, dan moet de speler:
  • de situatie ontwijken als dat is toegestaan volgens Regel 16.1b, c of d, afhankelijk van of de bal in het algemene gebied, in een bunker of op de green ligt; of
  • handelen volgens een van de opties voor een onspeelbare bal volgens Regel 19.
Voor hoe te handelen wanneer er sprake is van een belemmering door een verboden speelzone als de bal in een hindernis ligt, zie Regel 17.1e. Straf voor het spelen van een verkeerde plaats in overtreding van Regel 16.1: algemene straf volgens Regel 14.7a.
16.2

Situatie met gevaarlijke dieren

16.2a

Wanneer ontwijken is toegestaan

Er is sprake van een “situatie met gevaarlijke dieren” wanneer door de aanwezigheid van een gevaarlijk dier (zoals giftige slangen, stekende bijen, alligators, vuurmieren of beren) in de nabijheid van een bal de mogelijkheid bestaat dat een speler ernstig lichamelijk letsel oploopt als hij de bal zou spelen zoals hij ligt. Een speler mag een situatie met gevaarlijke dieren ontwijken volgens Regel 16.2b, ongeacht waar op de baan zijn bal ligt. Deze Regel is niet van toepassing op andere situaties op de baan die lichamelijk letsel kunnen veroorzaken (zoals een cactus).
16.2b

Ontwijken van een situatie met gevaarlijke dieren

Wanneer er sprake is van een belemmering door een situatie met gevaarlijke dieren: (1) Wanneer de bal ergens op de baan ligt maar niet in een hindernis. De speler mag de situatie ontwijken volgens Regel 16.1b, c of d, afhankelijk van of de bal in het algemene gebied, in een bunker of op de green ligt. (2) Wanneer de bal in een hindernis ligt. De speler mag de situatie met of zonder straf ontwijken:
  • Ontwijken zonder straf: Spelen vanuit de hindernis. De speler mag de situatie zonder straf ontwijken volgens Regel 16.1b, maar het dichtstbijzijnde punt zonder enige belemmering en de dropzone moeten binnen de hindernis zijn.
  • Ontwijken met straf: Spelen van buiten de hindernis.
    • De speler mag de situatie met straf ontwijken volgens Regel 17.1d.
    • Als de belemmering door de situatie met gevaarlijke dieren nog steeds bestaat nadat de hindernis met straf is ontweken, mag de speler deze situatie zonder extra straf ontwijken volgens punt (1) hierboven.
(3) Ontwijken zonder straf is niet toegestaan wanneer het duidelijk onredelijk is. Ontwijken volgens Regel 16.2b is niet toegestaan:
  • wanneer het spelen van de bal zoals hij ligt duidelijk onredelijk is vanwege een situatie die de speler niet zonder straf mag ontwijken (bijvoorbeeld wanneer de speler geen slag kan doen door de ligging van de bal in een struik); of
  • wanneer de belemmering alleen bestaat doordat de speler een club, stand, swing of speelrichting kiest die onder de gegeven omstandigheden duidelijk onredelijk is.
Voor de toepassing van deze Regel wordt met het dichtstbijzijnde punt zonder enige belemmering bedoeld het dichtstbijzijnde punt (niet dichter bij de hole) waar de situatie met gevaarlijke dieren niet bestaat. Straf voor het spelen van een verkeerde plaats in overtreding van Regel 16.2: algemene straf volgens Regel 14.7a.
16.3

Ingebedde bal

16.3a

Wanneer ontwijken is toegestaan

(1) De bal moet zijn ingebed in het algemene gebied. Ontwijken is alleen toegestaan volgens Regel 16.3b wanneer de bal van een speler is ingebed in het algemene gebied.
  • Ontwijken volgens deze Regel is niet toegestaan als de bal ergens anders is ingebed dan in het algemene gebied.
  • Maar als de bal is ingebed op de green, mag de speler de plek van de bal markeren, de bal opnemen en schoonmaken en de schade veroorzaakt door de inslag van de bal repareren, waarna de bal moet worden teruggeplaatst op zijn oorspronkelijke plek (zie Regel 13.1c(2)).
Uitzonderingen – Wanneer ontwijken van een ingebedde bal in het algemene gebied niet is toegestaan: Ontwijken volgens Regel 16.3b is niet toegestaan:
  • wanneer de bal is ingebed in zand in een gedeelte van het algemene gebied waar het gras niet op fairwayhoogte of korter is gemaaid; of
  • wanneer het spelen van de bal zoals hij ligt duidelijk onredelijk is vanwege een situatie die de speler niet zonder straf mag ontwijken (bijvoorbeeld wanneer de speler geen slag kan doen door de ligging van de bal in een struik).
(2) Vaststellen of de bal is ingebed. Een bal is alleen ingebed als:
  • hij in zijn eigen pitchmark ligt die is ontstaan door de vorige slag van de speler; en
  • een deel van de bal zich onder het grondoppervlak bevindt.
Als de speler niet met zekerheid kan vaststellen of de bal in zijn eigen pitchmark ligt of in een pitchmark veroorzaakt door een andere bal, mag de speler de bal als ingebed beschouwen als het op grond van de beschikbare informatie redelijk is om te concluderen dat de bal in zijn eigen pitchmark ligt. Een bal is niet ingebed als hij onder het grondoppervlak ligt als gevolg van iets anders dan de vorige slag van de speler, zoals wanneer:
  • de bal in de grond is geduwd doordat iemand erop is gaan staan;
  • de bal direct de grond in is geslagen zonder dat deze eerst in de lucht is geweest; of
  • de bal is gedropt bij het ontwijken van een belemmering volgens een Regel.
16.3b

Ontwijkprocedure voor een ingebedde bal

Wanneer de bal van een speler is ingebed in het algemene gebied en ontwijken is toegestaan volgens Regel 16.3a, mag de speler die situatie zonder straf ontwijken door de oorspronkelijke bal of een andere bal te droppen in een dropzone met de volgende kenmerken (zie Regel 14.3):
  • Referentiepunt: De plek in het algemene gebied direct achter waar de bal is ingebed.
  • Afmeting van de dropzone gemeten vanaf het referentiepunt: Eén clublengte, maar met de volgende beperkingen:
  • Beperkingen voor de plaats van de dropzone:
    • moet in het algemene gebied zijn; en
    • mag niet dichter bij de hole zijn dan het referentiepunt.
Zie Commissie Procedures, Hoofdstuk 8, Model Plaatselijke Regel F-2 (de Commissie kan een Plaatselijke Regel instellen die ontwijken van een ingebedde bal uitsluitend toestaat in een gebied dat op fairwayhoogte of korter is gemaaid). Straf voor het spelen van een verkeerde plaats in overtreding van Regel 16.3: algemene straf volgens Regel 14.7a.
16.4

Bal opnemen om te zien of er sprake is van een situatie waarbij ontwijken is toegestaan

Als een speler er redelijkerwijs van overtuigd is dat zijn bal zich in een situatie bevindt waarbij zonder straf ontwijken is toegestaan volgens Regel 15.2, 16.1 of 16.3, maar dat niet kan vaststellen zonder zijn bal op te nemen:
  • mag de speler zijn bal opnemen om te zien of ontwijken van de situatie is toegestaan; maar
  • de plek van de bal moet eerst worden gemarkeerd en de opgenomen bal mag niet worden schoongemaakt (behalve op de green) (zie Regel 14.1).
Als de speler zijn bal opneemt zonder deze redelijke overtuiging krijgt hij één strafslag (behalve op de green, waar hij zijn bal mag opnemen volgens Regel 13.1b). Als ontwijken is toegestaan en de speler van deze mogelijkheid gebruikmaakt volgt er geen straf, zelfs als de speler de bal niet heeft gemarkeerd voordat hij die opnam of als hij de opgenomen bal heeft schoongemaakt. Als ontwijken niet is toegestaan of als de speler ervoor kiest een situatie niet te ontwijken terwijl dat wel is toegestaan:
  • krijgt de speler één strafslag als hij de bal niet heeft gemarkeerd voordat hij die opnam of als hij de opgenomen bal heeft schoongemaakt wanneer dat niet is toegestaan; en
  • moet de bal worden teruggeplaatst op zijn oorspronkelijke plek (zie Regel 14.2).
Straf voor het spelen van een verkeerde plaats in overtreding van Regel 16.4: algemene straf volgens Regel 14.7a.
MEER
Regel 1Het spel, gedragsnormen en de Regels
Doel van de Regel: Regel 1 introduceert de volgende grondbeginselen van het spel: Speel de baan zoals je hem aantreft en speel de bal zoals hij lig...
Lees meer