Onderdeel afdrukken
17
Hindernissen
Doel van de Regel: Regel 17 geldt specifiek voor hindernissen. Hindernissen zijn waterpartijen of andere door de Commissie aangewezen gebieden waar een bal vaak verloren raakt of van waar niet kan worden gespeeld. Spelers mogen met één strafslag gebruikmaken van specifieke ontwijkopties om de hindernis te ontwijken om een bal van buiten de hindernis te spelen.
17
Hindernissen
17.1

Opties voor een bal in een hindernis

Hindernissen worden gedefinieerd als rood of geel. De kleur bepaalt de opties die de speler heeft om de hindernis te ontwijken (zie Regel 17.1d). De speler mag in een hindernis staan om zijn bal te spelen die niet in een hindernis ligt. Dit geldt ook wanneer hij die hindernis zojuist heeft ontweken.
17.1a

Wanneer een bal in een hindernis ligt

Een bal ligt in een hindernis wanneer enig deel van die bal:
  • op de grond ligt of de grond of iets anders (zoals een natuurlijk of kunstmatig voorwerp) binnen de grens van de hindernis raakt; of
  • zich boven de grens of enig ander deel van de hindernis bevindt.
Als een bal deels in een hindernis en deels in een ander gebied van de baan ligt, zie Regel 2.2c.
17.1b

Een speler mag zijn bal die in een hindernis ligt spelen zoals hij ligt of de hindernis met straf ontwijken

De speler mag:
  • de bal zonder straf spelen zoals hij ligt volgens dezelfde Regels die gelden voor het spelen van een bal in het algemene gebied (wat betekent dat er geen bijzondere Regels zijn die de manier van spelen van een bal vanuit een hindernis beperken); of
  • een bal van buiten de hindernis spelen door deze met straf te ontwijken volgens Regel 17.1d of 17.2.
Uitzondering – Een belemmering door een verboden speelzone in een hindernis moet worden ontweken (zie Regel 17.1e).
17.1c

Ontwijkprocedure voor een bal die in een hindernis ligt maar niet wordt gevonden

Als een bal van een speler niet is gevonden en het bekend of praktisch zeker is dat de bal tot stilstand is gekomen in een hindernis:
  • De speler mag die hindernis met straf ontwijken volgens Regel 17.1d of 17.2.
  • Zodra de speler een andere bal in het spel heeft gebracht om de hindernis te ontwijken:
    • De oorspronkelijke bal is niet langer in het spel en mag niet meer worden gespeeld.
    • Dit is ook het geval als hij vervolgens op de baan wordt gevonden voordat de zoektijd van drie minuten voorbij is (zie Regel 6.3b).
Maar als het niet bekend of praktisch zeker is dat de bal in een hindernis tot stilstand is gekomen en de bal is verloren, moet de speler de procedure van slag en afstand toepassen volgens Regel 18.2.
17.1d

Ontwijkopties voor een bal die in een hindernis ligt

Als de bal van een speler in een hindernis ligt of het bekend of praktisch zeker is dat de bal in een hindernis ligt maar niet is gevonden, heeft de speler de volgende opties om de hindernis met één strafslag te ontwijken: (1) Procedure van slag en afstand. De speler mag de oorspronkelijke bal of een andere bal spelen vanaf de plek van waar hij zijn vorige slag heeft gedaan (zie Regel 14.6). (2) Recht naar achteren ontwijken. De speler mag de oorspronkelijke bal of een andere bal (zie Regel 14.3) buiten de hindernis droppen, waarbij het bij benadering vastgestelde punt waar de bal de grens van de hindernis voor het laatst heeft gekruist zich bevindt tussen de hole en de plek waar de bal wordt gedropt (er is geen limiet aan hoe ver naar achteren de bal mag worden gedropt). De plek op de lijn waar de bal het eerst de grond raakte toen hij werd gedropt, creëert vanaf dat punt een dropzone van één clublengte in elke richting, maar met de volgende beperkingen:
  • Beperkingen voor de plaats van de dropzone:
    • mag niet dichter bij de hole zijn dan het bij benadering vastgestelde punt waar de bal de grens van de hindernis voor het laatst heeft gekruist; en
    • mag in elk gebied van de baan zijn behalve in dezelfde hindernis; maar
    • moet in hetzelfde gebied van de baan zijn als waar de bal het eerst de grond raakte toen hij werd gedropt.

(3) Zijwaarts ontwijken (alleen bij een rode hindernis). Wanneer de bal het laatst de grens van een rode hindernis heeft gekruist, mag de speler de oorspronkelijke bal of een andere bal droppen in een zijwaartse dropzone met de volgende kernmerken (zie Regel 14.3):
  • Referentiepunt: Het bij benadering vastgestelde punt waar de oorspronkelijke bal het laatst de grens van de rode hindernis heeft gekruist.
  • Afmeting van de dropzone gemeten vanaf het referentiepunt: Twee clublengten, maar met de volgende beperkingen:
  • Beperkingen voor de plaats van de dropzone:
    • mag niet dichter bij de hole zijn dan het referentiepunt; en
    • mag in elk gebied van de baan zijn behalve in dezelfde hindernis; maar
    • als binnen twee clublengten van het referentiepunt meer dan één gebied van de baan is, dan moet de bal binnen de dropzone tot stilstand komen in hetzelfde gebied van de baan als waar de bal het eerst de grond raakte toen hij werd gedropt.
Zie Regel 25.4m (voor spelers die gebruikmaken van een mobiliteitshulpmiddel op wielen is Regel 17.1d(3) zo aangepast dat de dropzone bij het zijwaarts ontwijken is uitgebreid tot vier clublengten). Zie Commissie Procedures, Hoofdstuk 8, Model Plaatselijke Regel B-2 (de Commissie kan een Plaatselijke Regel instellen waarbij voor zijwaarts ontwijken ook een referentiepunt mag worden gebruikt dat aan de overzijde van de rode hindernis en op gelijke afstand van de hole ligt).
17.1e

Verplicht ontwijken van een belemmering door een verboden speelzone binnen een hindernis

In elk van de volgende situaties mag de speler de bal niet spelen zoals hij ligt: (1) Wanneer een bal in een verboden speelzone in een hindernis ligt. De speler moet deze situatie met straf ontwijken volgens Regel 17.1d of 17.2. Als een verboden speelzone een belemmering vormt nadat de speler de hindernis heeft ontweken volgens deze Regel, mag de bal niet worden gespeeld zoals hij ligt. In plaats daarvan moet de speler de belemmering door de verboden speelzone verder ontwijken volgens Regel 16.1f(2) (2) Wanneer een verboden speelzone op de baan een belemmering vormt voor de stand of swing bij het spelen van de bal in een hindernis. Als zijn bal in een hindernis ligt maar buiten een verboden speelzone en een verboden speelzone (ongeacht of die zich in een abnormale baanomstandigheid of in een hindernis bevindt) belemmert de ruimte voor zijn voorgenomen stand of swing, moet de speler:
  • de situatie met straf ontwijken buiten de hindernis volgens Regel 17.1d of 17.2; of
  • de situatie zonder straf ontwijken door de oorspronkelijke bal of een andere bal te droppen in een dropzone (als die bestaat) in de hindernis (zie Regel 14.3), met de volgende kenmerken:
    • Referentiepunt: Het dichtstbijzijnde punt zonder enige belemmering door de verboden speelzone.
    • Afmeting van de dropzone gemeten vanaf het referentiepunt: Eén clublengte, maar met de volgende beperkingen:
    • Beperkingen voor de plaats van de dropzone:
      • moet in dezelfde hindernis zijn als waarin de bal ligt; en
      • mag niet dichter bij de hole zijn dan het referentiepunt.
(3) Ontwijken is niet toegestaan wanneer het duidelijk onredelijk is. Ontwijken zonder straf van de belemmering door de verboden speelzone volgens (2) is niet toegestaan:
  • wanneer het spelen van de bal zoals hij ligt duidelijk onredelijk is vanwege een situatie die de speler niet zonder straf mag ontwijken (bijvoorbeeld wanneer de speler geen slag kan doen door de ligging van de bal in een struik); of
  • wanneer de belemmering alleen bestaat doordat de speler een club, stand, swing of speelrichting kiest die onder de gegeven omstandigheden duidelijk onredelijk is.
Voor hoe te handelen wanneer er sprake is van een belemmering door een verboden speelzone als een bal niet in een hindernis ligt, zie Regel 16.1f. Straf voor het spelen van een verkeerde plaats in overtreding van Regel 17.1: algemene straf volgens Regel 14.7a.
17.2

Opties na het spelen van een bal vanuit een hindernis

17.2a

Wanneer een bal na het spelen vanuit een hindernis tot stilstand komt in dezelfde of in een andere hindernis

Als een bal na het spelen vanuit een hindernis tot stilstand komt in dezelfde hindernis of een andere hindernis, mag de speler de bal spelen zoals hij ligt (zie Regel 17.1b). De speler mag ook met één strafslag een van de volgende ontwijkopties toepassen: (1) De gebruikelijke ontwijkopties. De speler mag in de hindernis de procedure van slag en afstand toepassen volgens Regel 17.1d(1), recht naar achteren ontwijken volgens Regel 17.1d(2) of, in het geval van een rode hindernis, zijwaarts ontwijken volgens Regel 17.1d(3). Volgens Regel 17.1d(2) of (3) geldt als punt voor de bepaling van de dropzone: het bij benadering vastgestelde punt waar de bal het laatst de grens van de hindernis heeft gekruist waarin de bal is komen te liggen. Als de speler de procedure van slag en afstand toepast door een bal in de hindernis te droppen (zie Regel 14.6) en dan besluit de gedropte bal niet te spelen van waar hij tot stilstand is gekomen:
  • De speler mag de situatie alsnog ontwijken buiten de hindernis volgens Regel 17.1d(2) of (3) (in geval van een rode hindernis) of volgens Regel 17.2a(2).
  • Als de speler hiervoor kiest krijgt hij één extra strafslag, voor een totaal van twee strafslagen: één strafslag voor het handelen volgens de procedure van slag en afstand en één strafslag voor het ontwijken van de situatie buiten de hindernis.
(2) Extra ontwijkoptie: De bal spelen van waar de laatste slag buiten de hindernis werd gedaan. In plaats van gebruik te maken van een van de gebruikelijke ontwijkopties onder (1) mag de speler er ook voor kiezen de oorspronkelijke bal of een andere bal te spelen van waar de laatste slag buiten de hindernis werd gedaan (zie Regel 14.6).
17.2b

Wanneer de bal na het spelen vanuit een hindernis verloren, buiten de baan of onspeelbaar buiten een hindernis is

Na het spelen van een bal vanuit een hindernis is een speler soms verplicht of heeft hij de keuze om de procedure van slag en afstand toe te passen omdat de oorspronkelijke bal:
  • buiten de baan of verloren is buiten de hindernis (zie Regel 18.2); of
  • onspeelbaar is buiten de hindernis (zie Regel 19.2a).
Als de speler de procedure van slag en afstand toepast door een bal in de hindernis te droppen (zie Regel 14.6) en dan besluit de gedropte bal niet te spelen van waar hij tot stilstand is gekomen:
  • De speler mag de situatie alsnog ontwijken buiten de hindernis volgens Regel 17.1d(2) of (3) (in geval van een rode hindernis) of volgens Regel 17.2a(2).
  • Als de speler hiervoor kies, krijgt hij één extra strafslag, voor een totaal van twee strafslagen: één strafslag voor het handelen volgens de procedure van slag en afstand en één strafslag voor het ontwijken van de situatie buiten de hindernis.
De speler mag er ook voor kiezen de hindernis direct te ontwijken zonder eerst een bal in de hindernis te droppen, maar hij krijgt dan nog steeds in totaal twee strafslagen. Straf voor het spelen van een verkeerde plaats in overtreding van Regel 17.2: algemene straf volgens Regel 14.7a.
17.3

Ontwijken volgens andere Regels is niet mogelijk wanneer de bal in een hindernis ligt

Wanneer de bal van een speler in een hindernis ligt, is ontwijken niet toegestaan van: De speler kan een dergelijke situatie uitsluitend met straf ontwijken volgens Regel 17. Maar wanneer een situatie met gevaarlijke dieren een belemmering vormt voor het spelen van een bal in een hindernis, heeft de speler de keuze die situatie te ontwijken zonder straf binnen de hindernis of met straf buiten de hindernis (zie Regel 16.2b(2)).
MEER
Regel 1Het spel, gedragsnormen en de Regels
Doel van de Regel: Regel 1 introduceert de volgende grondbeginselen van het spel: Speel de baan zoals je hem aantreft en speel de bal zoals hij lig...
Lees meer