Golf is open to all
Ga naar Sectie
Druk Sectie af
2De baan
2
De baan
Doel van de Regel: Regel 2 introduceert de basisgegevens die elke speler dient te kennen over de baan:
- Er zijn vijf gedefinieerde gebieden van de baan, en
- Er zijn verschillende soorten gedefinieerde voorwerpen en condities die het spel kunnen hinderen.
2
De baan
2.1
Grenzen van de baan en buiten de baan
Golf wordt gespeeld op een baan waarvan de grenzen worden bepaald door de Commissie. Gebieden die niet op de baan liggen, zijn buiten de baan.
2.2
Gedefinieerde gebieden van de baan
Er zijn vijf gebieden van de baan.
2.2a
Het algemeen gebied
Het algemeen gebied bestrijkt de volledige baan, behalve de vier specifieke gebieden van de baan beschreven in Regel 2.2b.
Het wordt het “algemeen” gebied genoemd omdat het:
- Het grootste deel van de baan bestrijkt en het is waar een bal van een speler het vaakst zal gespeeld worden tot de bal de putting green bereikt.
- Elk type grond en groeiende of vastzittende voorwerpen in dat gebied bevat, zoals fairway, rough en bomen.
FIGUUR 2.2 GEDEFINIEERDE GEBIEDEN VAN DE BAAN
2.2b
De vier specifieke gebieden
Bepaalde regels zijn specifiek van toepassing op de vier gebieden van de baan die zich niet in het algemeen gebied bevinden:
2.2c
Bepalen van het gebied van de baan waar de bal ligt
Het gebied van de baan waar een bal van een speler ligt, heeft invloed op de Regels die gelden bij het spelen van de bal of het uitwijken voor hinder.
Een bal wordt altijd beschouwd als liggend in één gebied van de baan:
- Als een deel van de bal zowel in het algemeen gebied als in één van de vier specifieke gebieden van de baan is, wordt hij behandeld als liggend in dat specifiek gebied van de baan.
- Als een deel van de bal in twee specifieke gebieden van de baan is, wordt hij behandeld als liggend in het specifiek gebied dat als eerste in deze volgorde voorkomt: strafgebied, bunker, putting green.
2.3
Voorwerpen of condities die het spel kunnen hinderen
Bepaalde Regels kunnen het vrij verwijderen van hinder of het vrij uitwijken voor hinder (vrij = zonder straf) toestaan voor hinder door bepaalde gedefinieerde voorwerpen of condities, zoals:
- Losse natuurlijke voorwerpen (Regel 15.1).
- Losse obstakels (Regel 15.2), en
- Abnormale baancondities, dit zijn gaten gegraven door een dier, grond in bewerking, vaste obstakels en tijdelijk water (Regel 16.1).
2.4
Verboden speelzones
Een verboden speelzone is een gedefinieerd deel van een abnormale baanconditie (zie Regel 16.1f) of een strafgebied (zie Regel 17.1e) waar spelen niet is toegestaan.
Een speler moet verplicht uitwijken wanneer:
- Diens bal zich in een verboden speelzone bevindt, of
- Een verboden speelzone diens ruimte voor de voorgenomen stand of voorgenomen swing hindert bij het spelen van een bal die zich buiten de verboden speelzone bevindt (zie Regels 16.1f en 17.1e).