Druk Sectie af
4
Uitrusting van de speler
Doel van de Regel: Regel 4 beschrijft de uitrusting die spelers tijdens een ronde mogen gebruiken. Gestoeld op het principe dat golf een uitdagend spel is waarbij succes afhangt van het beoordelingsvermogen, de vaardigheden en de kundigheid van de speler:
  • Moet de speler conforme clubs en ballen gebruiken,
  • Is de speler gelimiteerd tot maximum 14 clubs, en
  • Is de speler gelimiteerd in het gebruik van andere uitrusting die kunstmatige hulp levert bij diens spel.
4
Uitrusting van de speler
Voor gedetailleerde voorschriften voor clubs, ballen en andere uitrusting, alsook de procedure voor raadpleging en indienen van uitrusting voor beoordeling naar conformiteit, zie de Uitrustingsregels.
4.1

Clubs

4.1a

Clubs waarmee een slag mag worden gedaan

(1) Conforme Clubs. Bij het doen van een slag moet een speler een club gebruiken die voldoet aan de voorschriften van de Uitrustingsregels wanneer:
  • Deze nieuw is, of
  • De speeleigenschappen op enigerlei wijze veranderd zijn (maar zie Regel 4.1a(2) voor wanneer een club beschadigd werd gedurende de ronde).
Maar als de speeleigenschappen van een conforme club veranderen door slijtage door normaal gebruik, is het nog steeds een conforme club. De “speeleigenschappen” van een club zijn elk onderdeel, kenmerk of eigenschap die van invloed is op hoe de club presteert of helpt bij het oplijnen, inclusief maar niet beperkt tot gewichtsverdeling, lie, loft, oplijnkenmerken en toegestane externe toebehoren. (2) Gebruik, reparatie of vervanging van club beschadigd tijdens ronde. Als een conforme club wordt beschadigd tijdens een ronde of tijdens een spelschorsing onder Regel 5.7a, mag de speler, behalve in geval van misbruik, deze repareren of vervangen door een andere club. Maar ongeacht de aard of de oorzaak van de schade, wordt de beschadigde club als conform beschouwd voor de rest van de ronde (maar niet tijdens een play-off in strokeplay, omdat dit een nieuwe ronde is). Gedurende de rest van de ronde mag de speler:
  • Slagen blijven doen met de beschadigde club, of
  • Behalve in geval van misbruik, de club repareren of vervangen door een andere club (zie Regel 4.1b(4)).
Als een speler een beschadigde club vervangt door een andere club, moet de speler de beschadigde club uit het spel nemen volgens de procedure in Regel 4.1c(1) vooraleer een andere slag te doen. “Beschadiging tijdens een ronde” betekent wanneer de speeleigenschappen van de club zijn veranderd door een actie tijdens de ronde (inclusief wanneer het spel is geschorst onder Regel 5.7a), hetzij:
  • Door de speler (zoals een slag of oefenswing uitvoeren met de club, hem in een golftas stoppen of eruit halen, hem laten vallen of erop leunen, of misbruiken), of
  • Door een andere persoon, externe invloed of natuurkrachten.
Maar een club is niet “beschadigd tijdens een ronde” als zijn speeleigenschappen bewust worden veranderd door de speler tijdens de ronde, zoals beschreven in Regel 4.1a(3). (3) Opzettelijk speeleigenschappen van een club veranderen tijdens de ronde. Een speler mag geen slag doen met een club waarvan die de speeleigenschappen van die club opzettelijk heeft veranderd tijdens de ronde (inclusief tijdens een spelschorsing onder Regel 5.7a):
  • Door een instelbare functie te verzetten of de club fysiek te veranderen (behalve wanneer schade mag hersteld worden onder Regel 4.1a(2)), of
  • Door (behalve bij het schoonmaken ervan) enig product aan te brengen op het clubhoofd om invloed uit te oefenen op zijn prestatie bij het doen van een slag.
Uitzondering – Verstelbare club hersteld in originele positie of niet toegestaan toebehoren verwijderd: Er is geen straf en de club mag gebruikt worden om een slag te doen in de volgende twee situaties:
  • Als de speeleigenschappen van een club werden veranderd door een verstelbare functie te verzetten en, vooraleer de club wordt gebruikt om een slag te doen, de club zo goed als mogelijk in zijn originele positie wordt hersteld door de functie terug te zetten zoals ze was.
  • Een niet-toegestaan toebehoren (zoals een sticker op het slagvlak van de club) verwijderd wordt van de club vooraleer de club gebruikt wordt om een slag te doen.
Straf om een slag te doen in overtreding van Regel 4.1a: Diskwalificatie.
  • Onder deze Regel is er geen straf enkel voor het hebben (doch zonder er een slag mee te doen) van een club die niet conform is of waarvan de speeleigenschappen opzettelijk zijn veranderd tijdens de ronde.
  • Maar een dergelijke club telt nog steeds mee voor de limiet van 14 clubs in Regel 4.1b(1).
4.1b

Limiet van 14 clubs; clubs delen, toevoegen of vervangen tijdens een ronde

(1) Limiet van 14 clubs. Een speler mag niet:
  • Een ronde starten met meer dan 14 clubs, of
  • Meer dan 14 clubs bijhebben tijdens de ronde.
Deze limiet omvat alle clubs die door of voor de speler worden gedragen. Maar deze omvat geen delen van een gebroken club en losse delen (zoals een clubhoofd, shaft of grip) die aan het begin van diens ronde door of voor de speler worden gedragen. Als de speler een ronde start met minder dan 14 clubs, mag die clubs toevoegen tijdens de ronde tot aan de limiet van 14 clubs (zie Regel 4.1b(4) voor beperkingen hieromtrent). Een club wordt als toegevoegd beschouwd wanneer de speler diens volgende slag doet met om het even welke club terwijl de toegevoegde club in het bezit is van de speler. Wanneer de speler merkt dat die deze Regel overtreedt door meer dan 14 clubs bij te hebben, moet de speler de overtollige club of clubs uit het spel nemen vooraleer die een andere slag doet, volgens de procedure in Regel 4.1c(1):
  • Als de speler met meer dan 14 clubs is gestart, mag die kiezen welke club of clubs uit het spelworden genomen.
  • Als de speler te veel clubs heeft toegevoegd tijdens de ronde, moeten die toegevoegde clubs uit het spel worden genomen.
Eens de ronde van een speler is gestart, als de speler een achtergelaten club van een andere speler meeneemt, of als een club per ongeluk in de tas van de speler wordt gestoken zonder diens medeweten, wordt die club niet meegeteld als één van de clubs van de speler binnen de limiet van 14 clubs (maar hij mag niet worden gebruikt). (2) Clubs mogen niet gedeeld worden. Een speler is beperkt tot die clubs waarmee die is gestart of die zijn toegevoegd zoals toegestaan in (1):
  • De speler mag geen slag doen met een club die wordt gebruikt door iemand anders die op de baan aan het spelen is (zelfs als die andere speler in een andere groep of competitie speelt).
  • Wanneer de speler merkt dat die deze Regel heeft overtreden door een slag te doen met de club van een andere speler, moet de speler deze club uit het spel nemen vooraleer een andere slag te doen, volgens de procedure in Regel 4.1c(1).
Zie Regels 22.5 en 23.7 (beperkte uitzondering in spelvormen met partners die partners toestaat om clubs te delen als ze samen niet meer dan 14 clubs hebben). (3) Geen vervanging van verloren clubs. Als een speler met 14 clubs is gestart of clubs heefttoegevoegd tot de limiet van 14 en dan een club verliest tijdens de ronde of tijdens een spelschorsing onder Regel 5.7a, mag de speler die niet vervangen door een andere club. (4) Beperkingen bij het toevoegen of vervangen van clubs. Bij het toevoegen of vervangen van een club onder Regel 4.1a(2) of Regel 4.1b(1) mag een speler niet:
  • Het spel onredelijk ophouden (zie Regel 5.6a),
  • Een club toevoegen of lenen gedragen voor of door een andere speler die op de baan aan het spelen is (zelfs als die andere speler in een andere groep of competitie speelt), of
  • Een club samenstellen met onderdelen die worden gedragen door of voor de speler of een andere speler die op de baan speelt (zelfs als die andere speler in een andere groep of competitie speelt).
Wanneer de speler zich bewust wordt dat die deze Regel heeft overtreden door een club toe te voegen of te vervangen wanneer dit niet is toegestaan, moet de speler deze club uit het spel nemen voordat die een andere slag doet, volgens de procedure in Regel 4.1c(1). Als de speler een slag doet met een club die nog wordt gedragen nadat deze vóór de ronde uit het spel werd genomen (Regel 4.1c(2) of tijdens de ronde (Regel 4.1c(1), wordt die gediskwalificeerd volgens Regel 4.1c(1). Straf voor overtreding van Regel 4.1b: De toepassing van de straf hangt af van wanneer de speler zich van de overtreding bewust wordt:
  • Speler wordt zich bewust van de overtreding tijdens het spelen van de hole. De straf wordt toegepast aan het einde van de hole die wordt gespeeld. Bij matchplay moet de speler de hole voltooien, het resultaat van die hole verrekenen in de stand van de match en dan de straf toepassen om de stand van de match aan te passen.
  • Speler wordt zich bewust van de overtreding tussen twee holes. De straf wordt toegepast op het einde van de zojuist voltooide hole, niet op de volgende hole.
Straf bij matchplay – Stand van match wordt herzien door aftrek van een hole, maximaal twee holes:
  • Deze straf is een aanpassing van de stand van de match - dit is niet hetzelfde als een straf van verlies van de hole.
  • Aan het einde van de hole die wordt gespeeld of zojuist gedaan is, wordt de stand van de match herzien door één hole af te trekken voor elke hole waarop een overtreding heeft plaatsgevonden, met een maximale aftrek van twee holes in de ronde.
  • Bijvoorbeeld, als een speler, die met 15 clubs is gestart, zich tijdens het spelen van de 3de hole de overtreding realiseert en dan die hole wint en daardoor drie holes voorstaat in de match, is de maximale aftrek van twee holes van toepassing en zou de speler nu nog één hole voorstaan in de match.
Straf bij strokeplay – Twee strafslagen, maximaal vier slagen: De speler krijgt de algemene straf (twee strafslagen) voor elke hole waarop een overtreding plaatsvond, met een maximum van vier strafslagen in de ronde (twee strafslagen bijtellen bij de score van elke van de eerste twee holes waar een overtreding plaatsvond).
4.1c

Procedure om clubs uit het spel te nemen

(1) Tijdens de ronde. Wanneer een speler tijdens een ronde merkt dat die in overtreding is van Regel 4.1b moet de speler een actie ondernemen die duidelijk elke club identificeert die uit het spel wordt genomen vooraleer de volgende slag te doen. Dit kan worden gedaan door:
  • Dit te zeggen aan de tegenstander bij matchplay of de marker of een andere speler in de groep bij strokeplay, of
  • Een andere duidelijke actie te ondernemen (zoals de club ondersteboven in de tas te plaatsen, op de vloer van het golfwagentje te leggen of aan iemand anders te geven).
De speler mag voor de rest van de ronde geen slag meer doen met een club die uit het spel is genomen. Als een uit het spel genomen club aan een andere speler toebehoort, mag die andere speler die club blijven gebruiken. Straf voor overtreding van Regel 4.1c(1): Diskwalificatie. (2) Vóór de ronde. Als een speler kort voor de start van een ronde merkt dat die per ongeluk meer dan 14 clubs bijheeft, dient de speler te proberen om de overtollige club of clubs achter te laten. Maar als een mogelijkheid zonder straf:
  • Mag de speler zo’n overtollige club uit het spel nemen vóór de start van de ronde, volgens de procedure in (1), en
  • De overtollige clubs mogen tijdens de ronde door de speler worden bijgehouden (maar mogen niet worden gebruikt) en tellen niet mee voor de limiet van 14 clubs.
Als een speler met opzet meer dan 14 clubs meebrengt naar diens eerste afslaggebied en de ronde start zonder de overtollige clubs achter te laten, is deze mogelijkheid niet toegestaan en is Regel 4.1b(1) van toepassing.
4.2

Ballen

4.2a

Ballen toegestaan tijdens het spelen van een ronde

(1) Er moet met conforme ballen worden gespeeld. Bij het doen van elke slag moet een speler een bal gebruiken die voldoet aan de voorschriften van de Uitrustingsregels. Een speler mag van eender wie een conforme bal bekomen, ook van een andere speler op de baan. (2) Opzettelijk veranderde bal mag niet worden gespeeld. Een speler mag geen slag doen naar een bal waarvan de speeleigenschappen opzettelijk zijn veranderd, zoals door de bal te schuren of te verhitten of door er een product op aan te brengen (behalve bij het schoonmaken ervan). Straf om een slag te doen in overtreding van Regel 4.2a: Diskwalificatie.
4.2b

Bal breekt in stukken tijdens het spelen van een hole

Als een bal van een speler in stukken breekt na een slag, is er geen straf en telt de slag niet mee. De speler moet een andere bal spelen vanwaar die slag was gedaan (zie Regel 14.6). Straf om een bal te spelen van een verkeerde plaats in overtreding van Regel 4.2b: Algemene straf onder Regel 14.7a.
4.2c

Bal loopt een snede of barst op tijdens het spelen van een hole

(1) Bal opnemen om te zien of hij een snede of barst vertoont. Als een speler een redelijk vermoeden heeft dat diens bal een snede of barst heeft opgelopen tijdens de hole die wordt gespeeld:
  • Mag de speler de bal opnemen voor inspectie, maar:
  • De ligplaats van de bal moet eerst gemarkeerd worden en de bal mag niet schoongemaakt worden (behalve op de putting green) (zie Regel 14.1).
Als de speler de bal opneemt zonder dit redelijk vermoeden (behalve op de putting green waar de speler mag opnemen onder Regel 13.1b), de ligplaats van de bal niet markeert vooraleer hem op te nemen of hem schoonmaakt wanneer het niet mag, krijgt de speler één strafslag.
(2) Wanneer een bal mag vervangen worden. De speler mag een bal vervangen enkel als duidelijk te zien is dat de originele bal een snede of barst vertoont en deze schade opgelopen is tijdens het spelen van de hole in kwestie – maar niet als hij slechts gekrast of geschaafd is of als zijn verf slechts beschadigd of verkleurd is.
  • Als de originele bal een snede of barst vertoont, moet de speler hetzij een andere bal, hetzij de originele bal op de originele ligplaats terugplaatsen (zie Regel 14.2).
  • Als de originele bal geen snede of barst vertoont, moet de speler hem op zijn originele ligplaats terugplaatsen (zie Regel 14.2).
ls een speler een slag doet naar een incorrect vervangen bal krijgt die één strafslag onder Regel 6.3b. Niets in deze Regel verbiedt een speler om een bal te vervangen onder een andere Regel of van bal te wisselen tussen twee holes. Straf om een bal van een verkeerde plaats te spelen in overtreding van Regel 4.2c: Algemene straf onder Regel 14.7a.
4.3

Gebruik van uitrusting

Regel 4.3 is van toepassing op alle soorten uitrusting die een speler tijdens een ronde kan gebruiken, behalve dat de vereiste om met conforme clubs en ballen te spelen valt onder Regels 4.1 en 4.2 en niet onder deze Regel. Deze Regel betreft enkel de manier waarop uitrusting wordt gebruikt. Hij beperkt de uitrusting niet die een speler mag bijhebben tijdens een ronde.
4.3a

Toegestaan en verboden gebruik van uitrusting

Een speler mag uitrusting gebruiken tijdens een ronde als hulp bij diens spel, maar de speler mag geen potentieel voordeel creëren door:
  • Uitrusting te gebruiken (behalve een club of een bal) die kunstmatig de noodzaak elimineert of vermindert van een vaardigheid of beoordeling, die essentieel is voor de uitdaging van het spel, of
  • Uitrusting (inclusief een club of een bal) op een abnormale manier te gebruiken bij het doen van een slag. Een “abnormale manier” betekent een manier die fundamenteel verschilt van het bedoelde gebruik en die niet als gangbaar wordt erkend als deel van het spelen van het spel.
Deze Regel heeft geen invloed op de toepassing van andere Regels die de acties beperken die een speler mag ondernemen met een club, bal of andere uitrusting (zoals het neerleggen van een club of ander voorwerp om die te helpen bij het oplijnen, zie Regel 10.2b(3)). Veel voorkomende voorbeelden van het gebruik van uitrusting dat onder deze Regel wel of niet toegestaan is tijdens een ronde van een speler: (1) Informatie over afstand en richting.
  • Toegestaan. Informatie verkrijgen over afstand of richting (bijvoorbeeld met een afstandsmeter of een kompas).
  • Niet toegestaan.
    • Hoogteverschillen meten,
    • Informatie over afstand of richting interpreteren (bijvoorbeeld door een apparaat te gebruiken om een aanbevolen speellijn te bekomen of een club te kiezen op basis van de locatie van de bal van de speler), of
    • Een uitlijnapparaat gebruiken (zie definitie in de Uitrustingsregels), om de bal op te lijnen. 
Zie Commissieprocedures, Sectie 8; Model Lokale regel G-5 (de Commissie mag een Lokale Regel invoeren die het gebruik van afstandsmeters verbiedt). (2) Informatie over wind en andere weersomstandigheden.
  • Toegestaan.
    • Eender welk type weersinformatie (inclusief windsnelheid) bekomen die via weersvoorspellingen beschikbaar is, of
    • Temperatuur en vochtigheid meten op de baan.
  • Niet toegestaan.
    • Windsnelheid meten op de baan, of
    • Een kunstmatig voorwerp gebruiken om andere informatie te bekomen die met de wind te maken heeft (bijvoorbeeld het gebruik van poeder, een zakdoek of een lint om de windrichting te bepalen).
(3) Informatie verzameld vóór of tijdens de ronde.
  • Toegestaan.
    • Informatie gebruiken die vóór de ronde werd verzameld (bijvoorbeeld spelinformatie uit eerdere rondes, swingtips of clubaanbevelingen), of
    • Spel- of fysiologische informatie uit de ronde (bijvoorbeeld clubafstand, spelstatistieken of hartslag) optekenen (voor gebruik na de ronde).
  • Niet toegestaan.
    • Spelinformatie uit de ronde (bijvoorbeeld clubaanbevelingen op basis van afstanden in de huidige ronde) verwerken of interpreteren, of
    • Fysiologische informatie gebruiken die tijdens de ronde is opgetekend.
(4) Audio en Video.
  • Toegestaan.
    • Luisteren naar audio of video bekijken over zaken die geen verband houden met de competitie die wordt gespeeld (bijvoorbeeld een nieuwsbericht of achtergrondmuziek). Maar daarbij dienen de anderen gerespecteerd te worden (zie Regel 1.2).
  • Niet toegestaan.
    • Naar muziek of andere audio luisteren om afleiding te elimineren of om te helpen met het swingtempo, of
    • Videobeelden bekijken van de wedstrijd die de speler helpen bij de clubkeuze, het doen van een slag of het beslissen hoe te spelen tijdens de ronde, behalve dat een speler videobeelden mag bekijken die worden uitgezonden voor toeschouwers op de baan, zoals een video scorebord.
Zie Commissieprocedures, Sectie 8; Model Lokale Regel G-8 (de Commissie mag een Lokale Regel invoeren die het gebruik van audio- en videotoestellen tijdens een ronde verbiedt of limiteert). (5) Handschoenen en middelen voor een betere grip.
  • Toegestaan.
    • Een effen handschoen gebruiken die voldoet aan de voorschriften van de Uitrustingsregels.
    • Hars, poeders en andere bevochtigings- of droogmiddelen aanwenden, of
    • Een handdoek of zakdoek rond de grip wikkelen.
  • Niet toegestaan.
    • Een handschoen gebruiken die niet voldoet aan de voorschriften van de Uitrustingsregels, of
    • Andere uitrusting gebruiken die een onfair voordeel oplevert voor handpositie of gripdruk.
(6) Stretchingapparaten en training- of swinghulpmiddelen.
  • Toegestaan.
    • Uitrusting gebruiken om gewoon te stretchen (behalve bij de uitvoering van een oefenswing), ongeacht of die uitrusting is ontworpen om te stretchen, voor gebruik bij golf (bijvoorbeeld een oplijnstok die over de schouders wordt geplaatst) of voor een doel dat geen verband houdt met golf (bijvoorbeeld rubberen slang of een stuk buis).
  • Niet toegestaan.
    • Om het even welk type van golftraining- of swinghulpmiddel gebruiken (bijvoorbeeld een oplijnstok of een verzwaarde headcover of “donut”) of een niet-conforme club op een manier die een potentieel voordeel creëert door de speler te helpen in de voorbereiding voor of het doen van een slag (zoals hulp met swingvlak, grip, oplijnen, balpositie of houding).
Verdere richtlijnen over het gebruik van uitrusting zoals hierboven beschreven en andere soorten uitrusting (zoals kledij en schoenen) zijn te vinden in de Uitrustingsregels. Een speler die niet zeker weet of die een stuk uitrusting op een bepaalde manier mag gebruiken, dient de Commissie om een ruling te vragen (zie Regel 20.2b). Zie Commissieprocedures, Sectie 8; Model Lokale Regel G-6 (de Commissie mag een Lokale Regel invoeren die het gebruik van gemotoriseerd transport tijdens een ronde verbiedt).
4.3b

Uitrusting gebruikt voor medische redenen

(1) Medische uitzondering. Een speler overtreedt Regel 4.3 niet als die uitrusting gebruikt om te helpen bij een medische aandoening, zolang:
  • De speler een medische reden heeft om die uitrusting te gebruiken, en
  • De Commissie beslist dat het gebruik ervan de speler geen onfair voordeel oplevert ten opzichte van andere spelers.
Zie Regel 25.3a (status van protheses); Regel 25.4f (toepassing van Regel 4.3 voor hulpmiddelen voor mobiliteit). (2) Plakband of gelijkaardige pleisters. Een speler mag voor medische redenen plakband of een gelijkaardige pleister gebruiken (bijvoorbeeld om een letsel te voorkomen of een bestaand letsel te verhelpen), maar de tape of pleister mag niet:
  • Overmatig worden aangebracht, of
  • Hulp bieden aan de speler, meer dan nodig voor de medische reden (mag bijvoorbeeld geen gewricht immobiliseren om de speler te helpen bij het swingen van de club).
Een speler die niet zeker weet waar of hoe tape of gelijkaardige pleisters mogen worden aangebracht, dient de Commissie om een ruling te vragen. Straf voor overtreding van Regel 4.3:
  • Straf voor eerste overtreding: Algemene straf. Als de overtreding gebeurt tussen twee holes, geldt de straf op de volgende hole.
  • Straf voor tweede overtreding: Diskwalificatie. Deze straf is van toepassing zelfs als de aard van de overtreding totaal verschillend was van de overtreding die resulteerde in de eerste straf. Deze straf is enkel van toepassing als er een tussenliggende gebeurtenis is geweest na de eerste overtreding (zie Regel 1.3c(4).
MEER ONTDEKKEN
Regel 1Het spel, spelersgedrag en de Regels
Doel van de Regel: Regel 1 introduceert volgende centrale spelprincipes voor de speler: Speel de baan zoals je ze vindt en speel de bal zoals hij l...
Lees meer