Onderdeel afdrukken
5
De ronde spelen
Doel van de Regel: Regel 5 beschrijft hoe een ronde wordt gespeeld – zoals waar en wanneer een speler op de baan mag oefenen voor of tijdens de ronde, wanneer een ronde begint en eindigt en wat er gebeurt wanneer het spel moet worden gestaakt of hervat. Spelers worden geacht:
  • elke ronde op tijd te starten; en
  • elke hole zonder onderbreking en in een vlot tempo te spelen totdat de ronde is uitgespeeld.
Spelers worden aangespoord om, vanaf het moment dat het hun beurt is om te spelen, niet meer dan 40 seconden over een slag te doen en meestal minder.
5
De ronde spelen
5.1

Het begrip ronde

Een “ronde” bestaat uit 18 of minder holes die worden gespeeld in de volgorde zoals door de Commissie is vastgesteld. Wanneer een ronde in een gelijkspel eindigt en er wordt doorgespeeld tot er een winnaar is:
  • Gelijkspel bij matchplay telkens met een hole verlengd. Dit is het vervolg van dezelfde ronde en niet een nieuwe ronde.
  • Play-off bij strokeplay. Dit is een nieuwe ronde.
Een speler is bezig met zijn ronde vanaf het moment dat deze begint tot het moment dat deze eindigt (zie Regel 5.3), tenzij het spel is gestaakt volgens Regel 5.7a. Wanneer een Regel verwijst naar acties ondernomen “tijdens een ronde”, dan omvat dit niet de periode waarin het spel is gestaakt volgens Regel 5.7a, tenzij die Regel zelf iets anders voorschrijft.
5.2

Oefenen op de baan voor of tussen de rondes

Voor toepassing van deze Regel geldt:
  • “Oefenen op de baan” betekent een bal slaan of het testen van het oppervlak van de green van enige hole door er een bal overheen te rollen of over het oppervlak te wrijven.
  • De beperkingen op het oefenen op de baan voor of tussen de rondes gelden alleen voor de speler en niet voor de caddie van de speler.
5.2a

Matchplay

Een speler mag op de baan oefenen vóór de ronde of tussen de rondes van een matchplaywedstrijd.
5.2b

Strokeplay

Op de dag van een strokeplaywedstrijd:
  • Mag een speler vóór een ronde niet oefenen op de baan, maar een speler mag wel:
    • Oefenen met putten en chippen op of dicht bij zijn eerste afslagplaats.
    • Oefenen op elk oefenterrein.
    • Oefenen op of dicht bij de green van de hole die zojuist is uitgespeeld, zelfs als hij dezelfde hole nogmaals zal spelen op dezelfde dag (zie Regel 5.5b). 
  • Mag een speler oefenen op de baan nadat hij zijn laatste ronde voor die dag heeft voltooid.
Als een speler een slag doet in overtreding van deze Regel krijgt hij de algemene straf, die wordt toegepast op zijn eerste hole. Als hij nogmaals een slag doet in overtreding van deze Regel is de speler gediskwalificeerd. Zie Commissie Procedures, Hoofdstuk 8: Model Plaatselijke Regel I-1 (in beide spelvormen mag de Commissie een Plaatselijke Regel instellen die het oefenen op de baan vóór een ronde en tussen rondes verbiedt, beperkt of toestaat).
5.3

Een ronde beginnen en beëindigen

5.3a

Wanneer een ronde moet worden begonnen

De ronde van een speler begint zodra hij een slag doet op zijn eerste hole (zie Regel 6.1a). Een speler moet starten op (en niet vóór) zijn starttijd:
  • Dit betekent dat de speler klaar moet zijn om te spelen op zijn starttijd en startplaats zoals aangegeven door de Commissie.
  • De door de Commissie vastgestelde starttijd moet worden gezien als een exacte tijd (bijvoorbeeld: 9 uur betekent 9:00:00 uur en niet elke tijd tot 9:01 uur).
Als de starttijd om enige reden is vertraagd (zoals door weersomstandigheden, langzaam spel van andere groepen of als een uitspraak van een referee nodig is), dan wordt deze Regel niet overtreden als de speler aanwezig en klaar is om te spelen zodra zijn groep kan starten. Straf voor overtreding van Regel 5.3a: diskwalificatie, behalve in de volgende drie gevallen:
  • Uitzondering 1 – Speler arriveert niet meer dan vijf minuten te laat op de startplaats, klaar om te spelen: De speler krijgt de algemene straf, die wordt toegepast op zijn eerste hole.
  • Uitzondering 2 – Speler start niet meer dan vijf minuten te vroeg: De speler krijgt de algemene straf, die wordt toegepast op zijn eerste hole.
  • Uitzondering 3 – Commissie beslist dat er uitzonderlijke omstandigheden waren die de speler verhinderde op tijd te starten: Er is geen overtreding van deze Regel en geen straf.
5.3b

Wanneer een ronde eindigt

De ronde van de speler eindigt:
  • Bij matchplay, wanneer het resultaat van de match is beslist volgens Regel 3.2a(3) of (4).
  • Bij strokeplay, wanneer de speler heeft uitgeholed op de laatste hole (inclusief het herstel van een fout, zoals volgens Regel 6.1 of 14.7b).
Zie Regels 21.1e, 21.2e, 21.3e en 23.3b (wanneer een ronde begint en eindigt bij andere vormen van strokeplay en bij four-ball).
5.4

Spelen in groepen

5.4a

Matchplay

De speler en tegenstander moeten gedurende de ronde elke hole in dezelfde groep spelen.
5.4b

Strokeplay

De speler moet gedurende de ronde in de groep blijven die door de Commissie is samengesteld, tenzij de Commissie vooraf of achteraf een verandering goedkeurt. Straf voor overtreding van Regel 5.4: diskwalificatie.
5.5

Oefenen tijdens de ronde of wanneer het spel is gestaakt

5.5a

Geen oefenslagen tijdens het spelen van een hole

Tijdens het spelen van een hole mag een speler geen oefenslagen doen met welke bal dan ook op of buiten de baan. Dit zijn geen oefenslagen:
  • Een oefenswing, gedaan zonder de bedoeling een bal te raken.
  • Een bal terugslaan naar een oefenterrein of naar een andere speler, enkel uit beleefdheid.
  • Slagen gedaan om een hole uit te spelen waarvan het resultaat al vaststaat.
5.5b

Beperkingen voor oefenslagen na het uitspelen van een hole

Na het uitspelen van een hole maar voor het doen van een slag om een andere hole te starten, mag een speler geen oefenslag doen. Uitzondering – Waar een speler putten en chippen mag oefenen: De speler mag putten en chippen oefenen op of dicht bij:
  • de green van de hole die net is uitgespeeld en iedere oefengreen (zie Regel 13.1e); en
  • de afslagplaats van de volgende hole.
Maar zulke oefenslagen mogen niet worden gedaan vanuit een bunker en zij mogen het spel niet onnodig ophouden (zie Regel 5.6a). Zie Commissie Procedures, Hoofdstuk 8; Model Plaatselijke Regel I-2 (de Commissie kan een Plaatselijke Regel instellen die het oefenen van putten en chippen op of dicht bij de green van de zojuist uitgespeelde hole verbiedt).
5.5c

Oefenen terwijl het spel is onderbroken of anderszins gestaakt

Terwijl het spel is onderbroken of anderszins gestaakt volgens Regel 5.7a mag een speler geen oefenslag doen, behalve:
  • als dat is toegestaan volgens Regel 5.5b;
  • overal buiten de baan; en
  • overal op de baan waar de Commissie dit toestaat.
Als een match in onderling overleg door de spelers is gestaakt en niet op dezelfde dag zal worden hervat, mogen de spelers zonder beperkingen oefenen op de baan voordat de match wordt hervat. Straf voor overtreding van Regel 5.5: algemene straf. Als de overtreding plaatsvindt tussen twee holes wordt de straf toegepast op de volgende hole.
5.6

Onnodig oponthoud; Vlot speeltempo

5.6a

Onnodig oponthoud van het spel

Een speler mag het spel niet onnodig ophouden tijdens het spelen van een hole of tussen twee holes. Een kort oponthoud kan zijn toegestaan in bepaalde gevallen, zoals:
  • wanneer de speler hulp vraagt van een referee of de Commissie;
  • wanneer een speler geblesseerd raakt of ziek wordt; of
  • wanneer er een andere goede reden is.
Straf voor overtreding van Regel 5.6a:
  • Straf voor de eerste overtreding: één strafslag.
  • Straf voor de tweede overtreding: algemene straf.
  • Straf voor de derde overtreding: diskwalificatie.
Als de speler het spel onnodig ophoudt tussen twee holes, wordt de straf toegepast op de volgende hole. Zie Regel 25.6a (toepassing van Regel 5.6a voor spelers met een beperking).
5.6b

Vlot speeltempo

Het is de bedoeling dat een ronde golf in een vlot tempo wordt gespeeld. Iedere speler dient zich te realiseren dat zijn speeltempo waarschijnlijk de tijd beïnvloedt die andere spelers nodig hebben om hun rondes te spelen. Dit geldt zowel voor de andere spelers in de eigen groep als de spelers in volgende groepen. Spelers behoren snellere groepen door te laten. (1) Aanbevelingen voor speeltempo. De speler behoort de ronde in een vlot tempo te spelen met inbegrip van de tijd die nodig is:
  • voor het voorbereiden en doen van elke slag;
  • voor het tussen de slagen bewegen van de ene naar de andere plaats; en
  • om naar de volgende afslagplaats te gaan na het uitspelen van een hole.
Een speler behoort zich op zijn volgende slag voor te bereiden en klaar te staan om te spelen zodra hij aan de beurt is. Wanneer het zijn beurt is om te spelen:
  • behoort de speler de slag te doen binnen 40 seconden nadat hij zonder hinder of afleiding kan (of zou kunnen) spelen; en
  • kan de speler meestal sneller spelen dan dat en wordt hij aangespoord om dat ook te doen.
(2) Voor de beurt spelen om een vlot speeltempo te bevorderen. Afhankelijk van de spelvorm zijn er momenten waarop spelers in een andere volgorde mogen spelen om het speeltempo te verhogen:
  • Bij matchplay mogen de spelers afspreken dat een speler voor zijn beurt speelt om tijd te besparen (zie Regel 6.4a, Uitzondering).
  • Bij strokeplay mogen spelers op een veilige en verantwoorde manier “ready golf” spelen (zie Regel 6.4b(2)).
(3) Beleid voor speeltempo. Om een vlot speeltempo te stimuleren en af te dwingen kan de Commissie een Plaatselijke Regel invoeren waarin een beleid voor speeltempo is vastgelegd. In dit beleid kan een maximale tijd worden vastgesteld voor een ronde, een hole of meerdere opeenvolgende holes en voor een slag en hierin kan een strafmaat worden bepaald voor overtreding van dit beleid.
Zie Commissie Procedures, Hoofdstuk 5H (aanbevelingen voor de inhoud van beleid voor speeltempo).
5.7

Het spel staken; Het spel hervatten

5.7a

Wanneer spelers het spel mogen of moeten staken

Tijdens een ronde mag een speler het spel niet staken, behalve in deze gevallen:
  • Onderbreking door de Commissie. Alle spelers moeten stoppen met spelen als de Commissie het spel onderbreekt (zie Regel 5.7b).
  • Stoppen met spelen in onderlinge overeenstemming bij matchplay. Spelers in een match mogen altijd afspreken te stoppen met spelen, behalve als daardoor de wedstrijd wordt opgehouden. Als zij afspreken het spel te staken en een speler wil vervolgens het spel hervatten, dan eindigt de afspraak en moet de andere speler het spel ook hervatten.
  • Individuele speler stopt met spelen vanwege bliksem. Een speler mag stoppen met spelen als hij redelijkerwijs van mening is dat er blikseminslag dreigt, maar hij moet dit zo snel mogelijk melden aan de Commissie.
De baan verlaten is op zichzelf niet hetzelfde als stoppen met spelen. Oponthoud door een speler valt onder Regel 5.6a, niet onder deze Regel. Als een speler stopt met spelen met een reden die niet is toegestaan volgens deze Regel of nalaat dit te melden aan de Commissie terwijl dit vereist is, is de speler gediskwalificeerd.
5.7b

Wat spelers moeten doen wanneer de Commissie het spel onderbreekt

Er zijn twee soorten van spelonderbreking door de Commissie, ieder met verschillende eisen voor wanneer een speler moet stoppen met spelen. (1) Onmiddellijke onderbreking (zoals wanneer er direct gevaar dreigt). Als de Commissie een onmiddellijke spelonderbreking afkondigt, mag een speler geen slag meer doen totdat de Commissie het spel hervat. De Commissie behoort een duidelijk herkenbare methode te gebruiken om spelers te informeren over een onmiddellijke onderbreking. (2) Normale onderbreking (zoals voor duisternis of een onbespeelbare baan). Als de Commissie het spel om een normale reden onderbreekt, is het vervolg afhankelijk van waar iedere groep zich bevindt:
  • Tussen twee holes. Als alle spelers in de groep zich tussen twee holes bevinden, moeten zij stoppen met spelen en mogen zij geen slag meer doen om een andere hole te beginnen totdat de Commissie het spel hervat.
  • Tijdens het spelen van een hole. Als een speler in de groep een hole is begonnen, mogen de spelers kiezen of zij stoppen met spelen of de hole uitspelen.
    • De spelers hebben kort de tijd (normaal gesproken niet meer dan twee minuten) om te besluiten of ze stoppen met spelen of de hole uitspelen.
    • Als de spelers de hole verder spelen, dan mogen zij de hole uitspelen of stoppen voordat de hole uitgespeeld is.
    • Zodra de spelers de hole uitgespeeld hebben of gestopt zijn voordat de hole is uitgespeeld, mogen zij geen slag meer doen totdat de Commissie het spel hervat volgens Regel 5.7c.
Als de spelers het niet eens zijn over hoe te handelen:
    • Matchplay: Als de tegenstander stopt met spelen moet de speler ook stoppen met spelen en mogen beide spelers niet verder spelen totdat de Commissie het spel hervat. Als de speler niet stopt met spelen krijgt hij de algemene straf (verlies van de hole).
    • Strokeplay: Strokeplay: Iedere speler in de groep mag ervoor kiezen te stoppen met spelen of de hole verder te spelen, ongeacht wat de anderen in de groep besluiten te doen, maar de speler mag alleen doorspelen als zijn marker blijft om zijn score bij te houden.
Straf voor overtreding van Regel 5.7b: diskwalificatie. Uitzondering – Geen straf als de Commissie besluit dat het doorspelen gerechtvaardigd was: Er is geen overtreding van deze Regel en geen straf als de Commissie besluit dat er omstandigheden waren die het doorspelen van de speler rechtvaardigde. Zie Commissie Procedures, Hoofdstuk 8; Model Plaatselijke Regel J-1 (aanbevolen methodes voor de Commissie om de spelers te informeren over onmiddellijke en normale onderbreking).
5.7c

Wat spelers moeten doen wanneer het spel wordt hervat

(1) Waar het spel hervatten. Een speler moet het spel hervatten van waar hij op de hole is gestopt met spelen of, als dat tussen twee holes was, op de volgende afslagplaats, zelfs als dat op een volgende dag is. Als een speler het spel hervat vanaf een andere plaats dan waar hij stopte met spelen, zie Regels 6.1b en 14.7. (2) Wanneer het spel hervatten. De speler moet aanwezig zijn op de in (1) aangegeven plaats en klaar om te spelen:
  • op de door de Commissie aangegeven tijd waarop het spel moet worden hervat; en
  • de speler moet het spel hervatten op (en niet vóór) dat tijdstip.
Als de mogelijkheid om het spel te hervatten om enige reden is vertraagd (zoals wanneer spelers in de voorgaande groep eerst moeten spelen en nog uit de weg moeten gaan), is er geen overtreding van deze Regel als de speler aanwezig is en klaar is om te spelen zodra de groep van de speler het spel kan hervatten. Straf voor overtreding van Regel 5.7c(2): diskwalificatie. Uitzonderingen op diskwalificatie voor het niet op tijd hervatten: Uitzonderingen 1, 2 en 3 in Regel 5.3a en de Uitzondering in Regel 5.7b zijn ook hier van toepassing.
5.7d

Bal opnemen wanneer het spel wordt gestaakt; Bal terugplaatsen en vervangen wanneer het spel wordt hervat

(1) De bal opnemen wanneer het spel wordt gestaakt of voordat het spel wordt hervat. Wanneer de speler stopt met het spelen van een hole volgens deze Regel, mag hij de plek van de bal markeren en de bal opnemen (zie Regel 14.1). Zowel voor als na de hervatting van het spel:
  • Wanneer de bal van de speler is opgenomen toen het spel werd gestaakt. De speler moet de oorspronkelijke bal of een andere bal terugplaatsen op de oorspronkelijke plek (die bij benadering moet worden vastgesteld als die niet bekend is) (zie Regel 14.2).
  • Wanneer de bal van de speler niet is opgenomen toen het spel werd gestaakt. De speler mag de bal spelen zoals hij ligt of de plek van de bal markeren, de bal opnemen (zie Regel 14.1) en die bal of een andere bal terugplaatsen op de oorspronkelijke plek (zie Regel 14.2).
In beide gevallen:
  • Als de ligging van de bal is veranderd als gevolg van het opnemen van de bal, moet de speler die bal of een andere bal terugplaatsen zoals vereist in Regel 14.2d.
  • Als de ligging van de bal is veranderd nadat de bal was opgenomen en voordat de bal is teruggeplaatst, is Regel 14.2d niet van toepassing:
    • De oorspronkelijke bal of een andere bal moet worden teruggeplaatst op de oorspronkelijke plek (die bij benadering moet worden vastgesteld als die niet bekend is) (zie Regel 14.2).
    • Maar als de ligging of andere omstandigheden die de slag beïnvloeden in de tussentijd zijn verslechterd, is Regel 8.1d van toepassing.
(2) Wat te doen als de bal of de balmarker is bewogen terwijl het spel was gestaakt. Als de bal of balmarker van de speler op enige manier is verplaatst voordat het spel wordt hervat (inclusief door natuurkrachten) moet de speler:
  • de oorspronkelijke bal of een andere bal terugplaatsen op de oorspronkelijke plek (die bij benadering moet worden vastgesteld als die niet bekend is) (zie Regel 14.2); of
  • een balmarker plaatsen om de oorspronkelijke plek te markeren en dan de oorspronkelijke bal of een andere bal op die plek terugplaatsen (zie Regels 14.1 en 14.2).
Als de omstandigheden die de slag beïnvloeden zijn verslechterd terwijl het spel was gestaakt, zie Regel 8.1d. Straf voor het spelen van een verkeerde plaats in overtreding van Regel 5.7d: algemene straf volgens Regel 14.7a.
MEER
Regel 1Het spel, gedragsnormen en de Regels
Doel van de Regel: Regel 1 introduceert de volgende grondbeginselen van het spel: Speel de baan zoals je hem aantreft en speel de bal zoals hij lig...
Lees meer